Vicky Danckers (Hivset)

Vicky Danckers, een enthousiaste pleitbezorger voor competentiegericht werken

 

Vicky is pedagoge en al 19 jaar werkzaam op Hivset. Ze geeft niet alleen les, maar is ook nauw betrokken bij de stagebegeleiding. Vanaf het begin is ze ook actief in de opleiding leefgroepenwerking. Doorheen de jaren heeft deze richting al heel wat serieuze facelifts gekend en lijkt het engagement van de begeleiders geen grenzen te kennen. We bekijken even de evolutie.

 

Wat moet ik juist verstaan onder die opleiding leefgroepenwerking?

Vicky: “Dit is een Se-n-Se-opleiding (secundair na secundair – NVDR) die leidt naar een job als begeleider in - vooral - de zorg voor mensen met een beperking.”

Hebben de studenten die instromen dan al een secundaire opleiding in een zorgrichting gevolgd?

Vicky: “Nee, ik denk niet dat een instroom nog heterogener kan zijn dan bij ons. Aanvankelijk waren dit inderdaad leerlingen die bijvoorbeeld al een zevende jaar bejaardenzorg gedaan hadden of een bacheloropleiding geprobeerd hadden. Maar sinds enkele jaren is het geen verplichting meer om over een diploma secundair te beschikken om in deze richting te starten en zo krijgen we studenten vanuit alle mogelijke hoeken en vooropleidingen."

Ik kan me voorstellen dat deze studenten wel gegeerd zijn op de arbeidsmarkt?

Vicky: “Ik krijg elke week minstens 1 mail met de vraag of we geen geschikte kandidaat kunnen doorsturen en of we geen jobbeurs kunnen inplannen…”

"Concreet houdt dit in dat wij geen rapport meer hebben waar aparte vakken op staan..."

 

Hoe organiseer je een richting als deze?

Vicky: “De eerste jaren werkten wij nog redelijk klassiek met duidelijk afgebakende vakken en examens en zo. Maar dat hebben we al snel overboord gegooid, omdat dit ons publiek heel wat stress bezorgde. Wij werken nu heel competentiegericht. Concreet houdt dit in dat wij geen rapport meer hebben waar aparte vakken op staan, maar dat wij werken rond negen competenties die gewoon uit de sector komen. Al die competenties hebben we samengevat in een aantal leerdoelen, gerangschikt van makkelijk tot moeilijk. Onze studenten moeten dan aantonen dat ze die leerdoelen behaald hebben.”

Dit wil dus niet zeggen dat standaard iedereen geslaagd is?

Vicky: “Zeker niet. Ze krijgen wel altijd de kans om een bepaald leerdoel op te halen, door bijvoorbeeld een moeilijker leerdoel te halen. Dit gaat natuurlijk steeds gepaard met de nodige remediëring. De slaagpercentages wisselen dan ook nogal. In het begin zaten we maar op een 50%, maar omdat we ons meer en meer zijn gaan richten op dat competentiegericht leren, is dat wel gestegen. Bovendien werken we ook met trajecten op maat. Sommige van onze studenten werken de opleiding af binnen een jaar, andere krijgen de kans om via een aangepast curriculum daar wat langer over te doen.”

Wat moeten we verstaan onder die trajecten op maat?

Vicky: “We zijn hier nu met een 45 studenten en 7 docenten en elke student krijgt een eigen coach die ook de stages begeleidt. Zo krijgen wij al heel snel een goed zicht op de zaken die een student aankan omdat we de zaken nauwgezet kunnen opvolgen. De student krijgt dan om de 6 weken een overzicht van zijn competentieprofiel, zodat die duidelijk weet hoe hij ervoor staat. We proberen vooral op de positieve zaken te focussen, maar we bekijken ook waar er nog verbeterpunten zijn. Dit formuleren we dan in een concrete doelstelling.”

"We merken dat we heel wat gemotiveerde studenten hebben die ernaar streven om hun medemens een mooi leven te bieden, maar die zelf soms niet alle kansen gekregen hebben."

 

En hoe zien jullie evaluaties er dan uit?

Vicky: “Dat varieert enorm. Je hebt natuurlijk een bepaalde basiskennis nodig voor een opleiding als deze. We beginnen dus met een aantal kennistesten. Die ogen nog redelijk klassiek, maar we houden wel rekening met ons publiek. Dit houdt in dat alle testen standaard worden voorgelezen en ze mogen hun antwoorden mondeling  verduidelijken. Op zich vragen we ook geen standaard dyslexieformulier. Als we merken dat studenten problemen hebben met schriftelijke taal, willen we hen al de nodige redelijke aanpassingen bieden. We merken dat we heel wat gemotiveerde studenten hebben die ernaar streven om hun medemens een mooi leven te bieden, maar die zelf soms niet alle kansen gekregen hebben.

Naast die kennis is het toepassen natuurlijk heel belangrijk. Vaak horen we onze studenten zeggen dat ze het in de praktijk wel kunnen, maar dat de theoretische uitleg voor hen een groot struikelblok blijft. Zo zijn we dan heel projectmatig gaan werken. We hebben 34 lesuren per week en we gebruiken een 12 uren per week voor projectwerk, steeds in nauwe samenwerking met het werkveld. We vragen dan bij onze cliënten naar kleine dromen die we samen met hen misschien kunnen realiseren. We lijsten die dan op en leggen dit voor aan onze studenten. Zo kunnen ze hun eigen talenten inzetten en dat werkt natuurlijk extra motiverend. Zo hebben onze studenten al begeleid bij naaien, koken… Ze krijgen feedback van de stageplaats, van de begeleiders en eventueel van de cliënten zelf, maar ze kijken ook kritisch naar hun eigen en naar elkaars werk. Wij zetten dan ook heel erg in op peerevaluatie.”

Wat betekent diversiteit voor jou?

Vicky: “Als ik onze instroom vergelijk met die van 20 jaar geleden, dan zie ik een heel groot verschil. Ik denk dat de druk vanuit de maatschappij een stuk groter is en zo krijgen wij heel wat mensen binnen die aan een serieuze vorm van faalangst lijden. We merken dat ze nogal eens met hun hoofd tegen de muur botsen omdat ze het niet meer allemaal in de schoot geworpen krijgen. Ook studenten met ASS zien we instromen in de sociale sector, maar dat is zeker geen evidentie. Heel wat studenten worstelen ook met begrijpend lezen, kunnen hoofd- en bijzaken niet van elkaar onderscheiden of hebben problemen om een doorsnee klassieke test af te leggen. Dit vergt dan heel wat coaching van onze kant en een aangepast toetsbeleid. Naar de aanpak van stageopdrachten toe zijn we creatief aan de slag gegaan. Zij mogen dan bijvoorbeeld een korter verslag indienen en dan kunnen ze dat steeds mondeling toelichten. Natuurlijk kunnen we niet al onze leerinhouden op die manier bekijken. Kennis blijft belangrijk, maar bij onze casustesten bieden we wel verschillende manieren van evalueren aan. De klassieke kennistest is een optie, maar er zijn ook andere mogelijkheden. Bij psychopathologie bijvoorbeeld kunnen ze kiezen voor een gewone test, maar mogen ze net zo goed naar een (luister)boek grijpen waarin die problematiek aan bod komt en daar een aantal vragen bij beantwoorden. En de Netflixers mogen voor mijn part een serie bekijken en onderzoeken welke kenmerken daar aan bod komen en bepalen hoe ze daarmee aan de slag zouden kunnen gaan. Zo is er voor iedereen wel een optie die het best bij hun mogelijkheden past. Dat is voor mij een gelijkekansenbeleid.”

"Zo zal een docent in de mate van het mogelijke dat lesonderdeel geven waar hij zich het beste bij voelt."

 

Dit lijkt me allemaal wel heel tijdsintensief.

Vicky: “Wij werken keihard! (lacht) Wij geven ook geen echte vakken en moeten ons regelmatig aanpassen aan een steeds veranderende realiteit. We maken bijvoorbeeld weekschema’s op waarin duidelijk afgelijnd wordt welke inhouden ze gaan krijgen. Maar dit vatten we allemaal heel praktisch op, zodat de schotten tussen de vakken helemaal wegvallen en we op het totaalplaatje kunnen focussen. Als we het bijvoorbeeld over verstandelijke beperkingen hebben, zullen we ook eens een kijkje gaan nemen in het GielsBos, zodat onze studenten direct geconfronteerd worden met de praktijk. Daarnaast zetten we ook in op onze eigen kwaliteiten en interesses. Zo zal een docent in de mate van het mogelijke dat lesonderdeel geven waar hij zich het beste bij voelt. We proberen elk jaar die puzzel te leggen. Dat is allemaal heel tijdsintensief, maar het maakt onze motivatie wel een stuk hoger. De meeste docenten werken trouwens ook nog in andere richtingen. Ons eigen eilandje wordt zo toch op zijn minst een eilandengroep!” (lacht)

Werken jullie nauw samen met de OKAN-klassen die verbonden zijn aan Hivset?

Vicky:  “We werken allebei competentiegericht en willen zeker van elkaar leren. We werken ook samen aan een project, zodat beide opleidingen elkaar leren kennen. Dat is een win-win situatie voor beide opleidingen.”

En met de andere richtingen van jullie school?

Vicky: “Bij de laatste inspectieronde noemden ze onze leefgroepenwerking het paradepaardje van de school en dan komen ze natuurlijk wel eens over het muurtje piepen. (lacht)  Wij zijn ook zelf een leergierig team dat graag eens inspiratie opdoet bij de andere opleidingen.  We leren van elkaar.”

Hebben jullie ook instroom vanuit OKAN?

Vicky: “Veel te weinig! Heeft dit te maken met het feit dat dit een zorgrichting is? Dit is blijkbaar niet zo evident voor sommige culturen. Ook jongens voelen zich minder aangesproken, terwijl we die zeker ook kunnen gebruiken. De sector kreunt en zucht door personeelsgebrek, te weinig budget…”

Welke droom zou je hier op school willen realiseren?

Vicky: “Ik zou dat competentiegericht werken graag nog meer uitgebreid zien op de hele school. Ik ben al heel blij dat we al een tijd niet meer de enige opleiding zijn die op die manier werkt op Hivset.  Ik droom dan ook van de dag dat competentiegericht werken een evidentie is voor elke leerkracht.

Daarnaast stoor ik me ook heel hard aan het zwartgallige in onze maatschappij. Misschien kijken we wel te vaak neer op de jeugd van tegenwoordig? Toegegeven, het is niet altijd gemakkelijk om de vinger aan de pols te houden, maar ik ben ervan overtuigd dat die jonge generaties over heel wat tools beschikken waar wij totaal geen zicht meer op hebben. Die vibe zou ik terug willen aanzwengelen: iedereen die zijn zegje mag doen en constructief mee wil nadenken over van alles en nog wat.”

Dat zegje heb je hier in elk geval al kunnen doen. Hartelijk bedankt voor dit interview!

Meer info over de opleiding leefgroepenwerking