Financieel gezonde stad

Minstens één keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast. Zo kan het stadsbestuur de resultaten van de vastgestelde jaarrekening van het vorige boekjaar in de budgetten verwerken.

Die jaarlijkse oefening neemt alle kredieten in beschouwing, dus ook wat er voor het volgende jaar geregistreerd is. In functie daarvan worden de ramingen voor de resterende tijd tot 2025 bijgesteld.

Het meerjarenplan en de vastgestelde kredieten tonen aan dat Turnhout een financieel gezonde stad is. De autofinancieringsmarge is positief in 2026 en het exploitatie-overschot komt uit op 6 miljoen euro. Tegelijkertijd voorzien we in 2024 en 2025 wel extra uitgaven en gaat ook het investeringsvolume de komende jaren aanzienlijk naar omhoog.

Gunstig budgettair resultaat

Voor 2024 rekenen we op 134 miljoen euro aan exploitatie-uitgaven. In 2025 schrijven we hiervoor 132 miljoen euro in.

Daarin zit het jaarlijkse budget om aan de speerpunten van het beleid te werken. Daarnaast gaat er 82 500 euro naar de organisatie van Stoeber. Het festival wordt immers een vaste waarde in ons vrijetijdsaanbod.

Tot 2025 voorzien we ook middelen om onze stad duurzamer te maken met onder meer 172 000 euro voor de aanleg van warmtenetten. Er is elk jaar 90 000 euro voorzien voor de ondersteuningsregeling voor extra private kinderopvangplaatsen.

Die uitgaven compenseren we aan de inkomstenzijde met allerlei subsidies. Deze middelen ontvangen we bijvoorbeeld ook voor de realisatie van het beleidsplan musea. Het jaarlijkse bedrag van 147 500 euro daarvoor staat zowel ingeschreven bij de inkomsten als de uitgaven.

De personenbelastingen en de onroerende voorheffing worden bovendien niet verhoogd, niettegenstaande een grote optimalisatieoefening die het stadsbestuur voert om de exploitatie haalbaar te houden. Onder meer daardoor blijft het budgettair resultaat dus gunstig met het oog op 2026.

Financiële slagkracht

Aan de investeringskant is in het meerjarenplan een bedrag van 109 miljoen euro ingeschreven. Voor 2024 worden deze uitgaven geraamd op 29 miljoen euro.

Op dit moment ronden we meerdere investeringsprojecten af, zoals:

  • het nieuwe buurthuis aan de Merodelei;
  • de vernieuwing van verschillende straten;
  • allerlei werken aan het stadspatrimonium.

Daarvoor trekken we nu extra middelen uit.

In 2024 staat de omvorming van de voormalige Kerk Parkwijk tot klaslokalen op de planning. Daarnaast voorzien we bijkomende investeringen voor:

  • het sportcomplex van Campos;
  • het buurthuis Globetrotter in de Otterstraat;
  • de Kunstencampus op Turnova;
  • de begijnhofsite;
  • en de Nazarethkapel aan het kerkhof.

De aankoop van nieuwe ontwikkelingssites, zoals zopas voor de zone aan de Begijnenstraat, moet ons bovendien toelaten om de ontwikkeling van onze stad op lange termijn mee te sturen.

Voor deze noodzakelijke investeringen worden enkele extra leningen opgenomen. Concreet evolueren we in 2026 zo naar een schuldgraad van 1 291 euro per inwoner. Dat cijfer ligt in lijn met andere centrumsteden.

Bovendien bewijst onze gunstige autofinancieringsmarge dat we deze leningen perfect kunnen aflossen, onder meer met de investeringssubsidies die eveneens stijgen.

We hebben met andere woorden ook de komende jaren genoeg slagkracht om de beleidsambities te realiseren zonder dat we onze financiële toekomst in het gedrang brengen. Dat toont aan dat deze legislatuur een verantwoord budgettair beleid werd gevoerd. En daar plukken we nu de vruchten van.

Tegelijkertijd zullen we ook in de toekomst voldoende aandacht moeten schenken aan onze financiële planning, zeker met het oog op de stijgende pensioenkosten.