Dominique Carette (De Smiskens)

Een vernieuwende insteek

Basisschool De Smiskens stond de laatste jaren voor heel wat uitdagingen. We bekijken samen met directrice Dominique Carette de proactieve aanpak van het team.

Jullie staan bekend als een school die hard inzet op vernieuwing. Kan je ons daar even in meenemen?

Dominique: “Wij geloven bij ons op De Smiskens heel hard in het feit dat kinderen die graag naar school komen en zich daarbij goed in hun vel voelen, makkelijker tot leren kunnen komen. Destijds zijn wij gestart met het KIVA-traject en dat gebruiken we nog altijd als basis. We hebben dit vormingstraject zeven jaar geleden afgerond en spelen zo heel hard in op het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen. Meerdere leerkrachten misten echter hierbij het grote effect en de uitval van collega’s was nog steeds zichtbaar. Toen zijn we erover beginnen nadenken om onze school anders te gaan organiseren en zo zijn we dan in het verhaal van de warme scholen gestapt.”

Ah, de blauwe beer!

Dominique: “Warme William, inderdaad! (lacht) Van daaruit hebben we bekeken wat voor school we eigenlijk willen zijn. En dat is een school waar kinderen met goesting naartoe komen, maar waar ook de leerkrachten met goesting komen werken. Daar kwam dan ook nog bij dat we in die periode groen licht kregen voor onze nieuwbouw. Zo zijn we beginnen puzzelen in onze organisatie en dit resulteerde dan in onze clusterwerking: de peuters koppelen we aan de eerste en tweede kleuterklas, de derde kleuterklas is verbonden aan het eerste leerjaar, het tweede, derde en vierde leerjaar vormen ook een groep en onze laatste cluster bestaat uit onze derde graad. Bij elk van die 4 clusters hoort dan ook een zelfsturend team van leerkrachten en ondersteuners.”

Is het niet raar om kleuters al samen te zetten met een eerste leerjaar?

Dominique: “Niet echt. We zien dat die honger naar lezen, schrijven en rekenen ook al bij die kleuters leeft. En zo kunnen we hun schoolrijpheid ook al in die fase beginnen stimuleren.”

Zetten jullie dan echt in op een graadwerking?

Dominique: “Dat hangt er een beetje van af. Soms is dat inderdaad het geval en werken we met een tweejarenstructuur. Dat is bijvoorbeeld het geval voor muzische vorming, WO en PO.  We werken ook heel projectgericht. Zo kunnen we met meer handen op de klasvloer staan en hard inzetten op ons driesporenbeleid voor differentiëring. Vroeger zetten we ook al in op het werken met 3 niveaugroepen, maar dan moest je je als leerkracht in duizend stukjes kappen. En dat leidde dan weer tot burn-outs!  Door dit te verdelen over een heel team, weet je de taken te spreiden.”

 

"Wij kiezen er ook bewust voor om 2 leerkrachten in te schakelen voor een groep van 30 kinderen."

 

Is dit dan het befaamde teamteachen waar jullie school een voortrekkersrol in speelt?

Dominique: “Dat klopt! We willen heel hard inzetten op het groepsgevoel en dat is een proces van lange adem. Je kunt dit systeem dan ook niet zomaar kopiëren naar elke school. Om te zorgen dat er voldoende cohesie is tussen de verschillende clusters hebben wij ook nog een pedagogische raad en een vonkjesteam. In beide overlegstructuren zit een vertegenwoordiging vanuit de verschillende groepen. Op de pedagogische raad krijgen we zo input op cognitief vlak, het samen leren, en via dat vonkjesteam bekijken we het aspect van het samen leven. Zo stond er pas nog een topic over (on)gepast gedrag op de agenda waarbij we steeds hard blijven inzetten op preventie. Dergelijke thema’s kunnen we dan verder uitwerken per cluster.

Wij kiezen er ook bewust voor om 2 leerkrachten in te schakelen voor een groep van 30 kinderen en dat is waarschijnlijk het grote verschil met andere basisscholen, die toch vaak nog 1 leerkracht per klasgroep zetten. Elke kleine groep start ‘s morgens in een nest, waar we dan de nodige aandacht geven aan de socio-emotionele doelen, de prikkels wat wegmasseren, de dag overlopen… We hebben daarnaast een instructieruimte en een leerplein dat we multifunctioneel kunnen inzetten, afhankelijk van de activiteit. Door met die diverse teams te werken, kunnen we ook de kwaliteiten en interesses van de leerkrachten ten volle benutten. De ene zal vooral inzetten op de motorische doelen, de andere op wiskunde, weer een andere eerder op taal…”

Heel boeiend en innovatief allemaal, maar dit zal toch ook op heel wat weerstand gebotst hebben?

Dominique: “Eigenlijk niet! (lacht) We zijn zoveel mogelijk samen aan de slag gegaan in verschillende forums. Zo hebben we niet alleen de leerkrachten in het hele verhaal betrokken, maar ook onze kinderen en ouders. Het vonkjesteam was het klankbord en van daaruit probeerden we dan alles te implementeren in de hele groep.  Ik hoor in de functioneringsgesprekken vaak dat ze als leerkracht nu echt in hun kracht gezet worden en dat was ook de bedoeling. We wilden echt van eiland naar wij-land gaan. Dit heeft ons als schoolteam ongetwijfeld een stuk sterker en hechter gemaakt en je kan zo ook gemakkelijker onverwachte situaties oplossen: afwezigheden bijvoorbeeld.  Als directrice ben ik de lijm tussen die verschillende teams en moet ik het overzicht bewaren, maar de leerkrachten lossen heel veel zelf op. We zijn eigenlijk nog altijd bezig om de theorie in de praktijk om te zetten, maar de overgangsfase is nu stilaan achter de rug. En als we dan bijvoorbeeld de leesresultaten erbij nemen, zien we dat door die gerichte aanpak de leesniveaus significant stijgen, veel meer dan vroeger. Ook zijn de leerkrachten beduidend minder afwezig. We luisteren ook naar de collega’s en dit kan altijd in een sfeer van vertrouwen. Voor nieuwe leerkrachten is dit zeker ook een meerwaarde. Je wordt door die co-teaching in het begin nog wat ontlast omdat je collega’s je onder hun vleugels nemen.”

 

"Zelfs tijdens de turnles worden geleerde begrippen, school- en instructietaal geïntegreerd."

 

Jullie zetten ook hard in op een talenbeleid. Hoe pakken jullie dat aan?

Dominique: “We werken met een taalcarrousel waar de kinderen in gemengde groepen rond taal werken. We doen een leesproef om te kijken welke leesniveau het kind behaalt en vormen zo 6 niveaugroepen. In veel van onze projecten werken we eigenlijk de hele dag rond taal. Zelfs tijdens de turnles worden geleerde begrippen, school- en instructietaal geïntegreerd.

Daarnaast kijken we ook welke taal een kind op welk moment nodig heeft. Dat kan beginnen met vereenvoudigd taalgebruik tijdens een project, maar kan ook al snel evolueren.

We merken ook dat het Nederlands vaker niet gehanteerd wordt in de thuissituatie. Daarom maken we ook gebruik van taaltassen, zodat we onder andere via QR-codes de taal ook in het gezin krijgen. Ook tablets en leespennen integreren we in onze lessen. Zo leren de kinderen niet alleen schrijven, maar horen ze de woorden ook.”

Jullie hebben ook een samenwerking met T’ANtWOORD lopen!

Dominique: “Elke maand komen zij hier met een fietskar met soep en koffie aan democratische prijzen voor de hele buurt. Zo willen ze op een laagdrempelige manier met de mensen in gesprek gaan  en kunnen ze ook rond bepaalde thema’s werken. Met de nieuwbouw willen we nog meer op zulke zaken inzetten.”

 

"Wij zijn het idee van een brede school wel heel genegen."

 

Ah, de langverwachte nieuwbouw!

Dominique: “We kunnen binnenkort nu echt van start gaan, ja! Elke cluster zal daar over een eigen locatie beschikken met een leerplein en home bases voor de instructiemomenten. Er zullen geen gangen meer zijn, maar we zetten ook wel in op stiltelokalen voor de leerlingen die daar nood aan hebben. We trekken dit ook verder door tot bij de directie en administratie, waar we in een landschapsbureau zullen terechtkomen, al voorzien we ook nog wel meerdere gespreksruimtes. We zullen dan het klasgedeelte kunnen afsluiten, maar de sporthal, de didactische keuken… willen we dan wel openstellen voor externen. Wij zijn het idee van een brede school wel heel genegen.”

De Smiskens… helemaal klaar voor de volgende decennia!

Dominique: “’t Is te zeggen… We vinden dat bij ons nieuw gebouw ook een nieuwe naam hoort. We zijn van plan om hier een wedstrijd voor uit te schrijven. Als je dus suggesties moest hebben?”

Ik denk nu spontaan aan Casa Carette!

Dominique: “…”