Debbie Dekien en Danielle Meeus (Kameleon)

Debbie Dekien en Danielle Meeus aan het woord:  Kameleon bekent kleur

Basisschool Kameleon stond een aantal jaren geleden voor heel wat uitdagingen. Een divers publiek vraagt namelijk een zeer specifieke aanpak en een heel andere mindset. We zijn benieuwd naar hun verhaal!

 

Jullie hebben de laatste jaren jullie schoolwerking serieus omgeturnd. Hoe zijn jullie te werk gegaan?

Debbie: “Het was al een tijdje duidelijk dat er iets moest gebeuren. Enkele jaren geleden zijn we dan ingestapt in dat project Warme School, dat ook vanuit de stad ondersteund werd. Voor ons was dit een heel mooi net- en schooloverstijgend project.”

Danielle: “Daar hebben we inderdaad de fundamenten gelegd voor onze aanpak.”

Debbie: “Zo zijn we geleidelijk tot een gedragen visie gekomen die we samengevat hebben op 1 A4’tje. De titel dekt eigenlijk de lading al: Samen leren, samenleven, maar over elke zin, elk woord is heel lang nagedacht. Het leren zit vervat in verschillende bouwstenen: actief-creatief, zelfregulerend, betekenisvol, sociaal, zelfontdekkend en zelfreflecterend. Ik denk dat we door die aanpak wel een andere focus leggen dan de meeste andere basisscholen. Andere scholen zijn op een heel andere manier met die input aan de slag gegaan. Wij hebben vooral ingezet op de poot samenleven.”

"Hoe kunnen we het leefklimaat op onze school veranderen zodat iedereen zich er goed bij voelt?"

 

Danielle: “En er was hier op school wel een verandernood. We botsten echt op onze limieten: er waren heel wat ruzies op de speelplaats en je moest heel de tijd politieagent spelen. Eigenlijk wilden we niet zo’n school zijn, maar we zagen op dat moment geen andere oplossing. We zijn dan met een kernteam gaan kijken waar onze noden lagen: Hoe kunnen we het leefklimaat op onze school veranderen zodat iedereen zich er goed bij voelt?”

Debbie: “En ik denk dat we echt wel op het goeie spoor zitten. We krijgen toch regelmatig complimenten over onze warme aanpak, zowel naar de kinderen, de ouders als de leerkrachten toe. We zijn later ook ingestapt in een Europees Erasmusproject en vanuit de pijler ‘social inclusion’ hebben we ook heel wat zaken op poten kunnen zetten. Dit kost wel wat voorbereiding, maar het biedt echt een ongelooflijke meerwaarde, zowel voor de kinderen als de leerkrachten.”

Jullie hebben je publiek de laatste jaren toch wel zien veranderen?

Danielle: “Toen de school nog in het centrum zat, voor 2010, zat onze sociale mix niet goed. Ik denk dat we nu een mooie weerspiegeling zijn van de Turnhoutse realiteit. We zien dat ook veel mensen bewust voor ons opvoedingsproject kiezen. Dat heeft wel wat voeten in de aarde gehad. Nu hebben we een duidelijk profiel en dat was vroeger wel anders.”

Hoe zetten jullie de theorie om in de praktijk?

Danielle: “We hebben al heel snel ingezet op concrete werkvormen en zo zagen we de rol van de leerkracht ook serieus veranderen. Ook die moet immers serieus gecoacht worden.”

"Een school is de enige plek waar alle kinderen door moeten, welke achtergrond ze ook hebben."

 

Debbie: “Een mooi voorbeeld is de klasvergadering of gevoelenskring. Dat is een wekelijks ritueel waarbij we de kinderen aanleren hoe ze over problemen, gevoelens… kunnen praten. Elk kind krijgt zo de gelegenheid om via picto’s bijvoorbeeld zijn zegje te doen. De resultaten verzamelen we dan in een klasboek. Dat kunnen stickers zijn, goeie afspraken… en die evalueren we dan achteraf opnieuw.”

Danielle: “Het samen nadenken creëert een zekere verbondenheid in alle facetten en zo hebben we veel minder conflicten dan vroeger. Een school is de enige plek waar alle kinderen door moeten, welke achtergrond ze ook hebben. Het is dan ook heel belangrijk dat we naast het leren ook heel erg inzetten op dat samen leven. We merken daarnaast ook dat het gebrek aan een goed netwerk heel wat mensen parten speelt. En ook dat zorgt voor heel wat praktische problemen. Zo hebben we voor ouders een Whatsappgroep aangemaakt en zo merken we dat ze elkaar veel gemakkelijker vinden en dat ze zelf de nodige initiatieven nemen om bepaalde knelpunten aan te pakken.”

Debbie: “We willen hier ook een heel open sfeer creëren. Dat begint al met de inschrijving waar we echt de tijd voor nemen, met een kopje koffie erbij en zo. Maar de ouders krijgen ook de gelegenheid om tot op de klasvloer te komen en ze kunnen altijd de juf spreken als dat nodig is.”

Danielle: “Kinderen hebben ook nood aan een vorm van geborgenheid. Als je kijkt hoeveel prikkels ze elke dag krijgen?! Het is voor hen ook niet altijd gemakkelijk om gevoelens te benoemen. Nu leren we hen om daarmee om te gaan, bijvoorbeeld met de kleurenmonsters. We organiseren ook gevoelensweken in het begin van het schooljaar… Nu willen we stilaan gaan inzetten op die overprikkeling, maar dat staat nog in zijn kinderschoenen.”

Met zo’n divers publiek valt ook onvermijdelijk de term differentiatie…

Debbie: “Dat is voor ons een hele uitdaging… De lokalen zijn aan de kleine kant en in elke klas zitten meer dan 20 leerlingen. Dat maakt het praktisch niet altijd even gemakkelijk om te differentiëren.”

Danielle: “Ik denk dat we de diversiteit heel goed omarmd hebben en dat de algemene sfeer wel goed zit, maar er zijn zeker nog uitdagingen. Frontaal onderwijs is er nog zelden bij, er wordt veel ingezet op groepswerk, eerder dan op individuele differentiatie. We zien wel dat er meer en meer kinderen met een zorg- of ontwikkelingsprobleem zijn en dat maakt het er ook niet gemakkelijker op.”

Het fenomeen van de lege brooddozen zal jullie ook niet onbekend zijn?

Debbie: “We hebben daar zeker ook mee te maken, maar we kunnen niet zeggen dat daar een algemene lijn inzit en dat dat altijd bij dezelfde gezinnen voorvalt. Onze vriezer zit goed vol, dat wel. We proberen ook drie keer per schooljaar een gezonde maaltijd te voorzien met boterhammen, kaas, hesp, groenten, een eitje… De kleuters krijgen dat kant en klaar, voor de lagere school is er een buffetje. Ook ouders proberen we in dit verhaal te betrekken, met onze paaspicknick bijvoorbeeld. Van die momenten proberen we ook altijd iets gezelligs te maken: een lange versierde tafel en zo.”

"Vroeger was er 1 opvoedingsmodel voor ouders, maar nu zie je dat er een heleboel zijn, niet alleen bij die andere culturen, maar zeker ook bij de Vlaamse kinderen."

 

Botsen jullie hier ook niet op culturele beperkingen: halal bijvoorbeeld?

Danielle: “Ook dat is bij ons al ingeburgerd. Die maaltijden zijn standaard sowieso halal, ook bij onze kerst- carnaval- en lenteontbijten bijvoorbeeld. Wij zien dat niet als een probleem. Dit kadert ook allemaal in een groter traject: wij zetten al heel hard in op fruit in plaats van koeken, water drinken, … Tijden zijn ook veranderd. Vroeger was er 1 opvoedingsmodel voor ouders, maar nu zie je dat er een heleboel zijn, niet alleen bij die andere culturen, maar zeker ook bij de Vlaamse kinderen. Vandaar ook dat we bij het samen leren en leven heel hard willen inzetten op de – ik noem het maar – de Turnhoutse norm: Hoe gedraag ik me respectvol op straat? Hoe praat je met elkaar?”

Debbie: “We hebben dan ook heel veel gehad aan dat project Wereldklassen. Daar zat heel veel in.”

Jullie hadden ook het idee om rond logeer-iPads te werken. Wat is de stand van zaken hierrond?

Danielle:  “We spelen nog altijd met het idee om voor de 2de en 3de kleuterklas en het 1ste leerjaar een tablet te voorzien, die de kinderen dan om de beurt mee naar huis kunnen nemen, een beetje zoals het concept van de Jules-pop. Op die tablet zouden dan nuttige apps kunnen staan, ze zouden er mee digitaal kunnen oefenen, op internet gaan… Op die manier zouden we bepaalde ICT-vaardigheden ook mee naar het gezin kunnen nemen, door onder andere met QR-codes te werken. Jammer genoeg botsen we op nogal wat praktische problemen. Ik heb zelf niet de nodige ICT-skills om dat allemaal in orde te brengen en onze ICT-medewerker is nu al overbevraagd. Vaak zijn de goede apps ook betalend. Er is dus nog wel wat om over na te denken…”

Ook outdoor learning is bij jullie geen loos begrip.

Debbie: “Vroeger hadden we hier al de Kamielklas: een buitenkring met zitjes en zo, maar daar willen we nu iets anders van maken. We denken nu serieus over een kippenproject. Dat biedt heel wat mogelijkheden: we zouden een winkeltje kunnen opendoen waar we eitjes verkopen, we kunnen pannenkoeken bakken… Bovendien werken we zo ook rond verantwoordelijkheid.”

Wat zou de stad voor jullie nog kunnen betekenen?

Danielle: “Als zorgcoördinator kan ik eigenlijk te weinig tijd besteden aan dat leren. Ik moet immers veel energie steken in het omgaan met ouders en hen mee integreren in de Turnhoutse context. Een uitbreiding van het project brugfiguren zou voor ons zeker wel een meerwaarde kunnen betekenen. Inschrijven bij de kinderopvang, een doorverwijzing naar het OCMW…, daar zit onze expertise niet. Voor de kinderen proberen we het maatschappelijk luik zoveel mogelijk te concentreren op een halve dag per week, zodat de andere lessen gewoon lessen kunnen zijn. Zo hebben we bijvoorbeeld een project rond conflicthantering op poten gezet. Maar ook dit vraagt heel wat extra inspanningen van de leerkrachten. Daar bestaat immers geen kant en klaar materiaal rond. We werken nu samen met de organisatie Muze die hier al verschillende workshops heeft georganiseerd. Zoiets werkt ook zeer inspirerend naar de leerkrachten toe. Misschien kan de stad hier ook in ondersteunen? Het is wel belangrijk dat de scholen aan zoiets werken vanuit hun eigen nood, niet omdat er toevallig een project ligt.”

Debbie: “En ook het welbevinden van het team mogen we niet uit het oog verliezen. De leerkrachten vormen toch de ruggengraat van heel het schoolgebeuren en die moeten zich goed in hun vel voelen…”

Hartelijk dank voor dit inspirerend bezoek!