Opname vergunningenregister

Wanneer je een vermoeden van vergunning hebt, kan je een aanvraag doen tot opname in het vergunningenregister. Er bestaan twee soorten vermoedens van vergunning: 

  • Het onweerlegbaar vermoeden van vergunning
    Constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht vóór 22 april 1962 (inwerkingtreding van de wet houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw) genieten het onweerlegbaar vermoeden van vergunning. 
  • Het weerlegbaar vermoeden van vergunning
    Constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht in de periode vanaf 22 april 1962 en vóór de inwerkingtreding van het gewestplan op 6 november 1977 genieten het weerlegbaar vermoeden van vergunning. Het vermoeden kan dus door de overheid weerlegd worden. Het enige geldige tegenbewijs is een proces-verbaal of een niet-anoniem bezwaarschrift. Dit moet telkens opgesteld zijn binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.

Procedure

Een aanvraag tot opname in het vergunningenregister bestaat uit de volgende drie delen:

'Officiële' vraag tot opname

Je stelt een document op waarin je aangeeft:

  • Over welk adres en welke kadastrale percelen het gaat.
  • Over welke constructies op het perceel het gaat.

Je vraagt om deze gebouwen conform artikel 5.1.3. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening als vergund geacht in het vergunningenregister op te nemen. Dit omdat de gebouwen dateren van voor de inwerkingtreding van het gewestplan (inwerkingtreding gewestplan Turnhout – 6/11/1977). Je verwijst hiervoor naar je plannen en naar de bewijzen.

Gegevens over de huidige toestand van de constructie (plannen en foto's)

Bij het dossier moet een 'neutrale' weergave zitten van het gebouw. Met plannen, foto’s enzovoort maak je duidelijk hoe het gebouw eruit ziet, met vermelding van de voornaamste afmetingen. Op deze wijze is het duidelijk waarvan akte genomen zou worden en van welke functie. 

De bewijzen

Vervolgens die je aan te tonen aan de hand van alle mogelijke bewijzen dat het gebouw dateert uit de bovenstaande periode.

Wanneer je het dossier wil indienen, raden wij aan om het eerst voor te leggen aan de dienst Ruimtelijke Ordening. Los van het inhoudelijke kijken zij na of de aanvraag volledig is. 

Vermeld in je aanvraag ook de contactgegevens van de aanvragers. Zo kunnen wij de goede ontvangst van het dossier bevestigen en hen contacteren bij eventuele verdere vragen.